Naturalis Biodiversity Centre bereikt hoogste punt

28-09-2018

Naturalis Biodiversity Center is één van de top vijf instituten in de wereld op het gebied van biodiversiteit. Door de groei van de collectie, de toename van het aantal onderzoekers en sterk stijgende bezoekersaantallen aan het museum, besloot Naturalis tot uitbreiding van het instituut. De vernieuwing bestaat uit een combinatie van nieuwbouw en renovatie van de bestaande gebouwen. In totaal omvat het project circa 38.000 m². Hiervan is circa 18.000 m² renovatie van het bestaande gebouw. Daarnaast realiseert het biodiversiteitscentrum een nieuw laboratoriumgebouw van circa 3.000 m² en circa 17.000 m² nieuwbouw voor het museum.

Bijzondere glaskroongevel

In het ontwerp van Neutelings Riedijk Architecten wordt gerefereerd aan de dieren- en plantenwereld. Zo zijn de gevels en het plafond van de publiekshal opgebouwd uit driedimensionale elementen die samen een bladerpatroon vormen. Deze glaskroongevel van ruim 40 meter hoog is de eyecatcher van het nieuwe Naturalis.

De gevel wordt gerealiseerd op basis van een hybride constructie: een combinatie van een achterliggende dragende staalconstructie met 341 betonnen gevelelementen. Hibex leverde deze enorme prefab gevelelementen, waarin ook het kozijn en de beglazing al zijn opgenomen. Door ruitvormen en liggende vormen te combineren ontstaat het opvallende bladerpatroon.

Duurzaamheid in materialen en installaties

Naturalis kiest, geheel in lijn met hun organisatie, voor de toepassing van materialen die op natuurlijk wijze verouderen: natuursteen, beton, glas, staal en eikenhout. De gevels en het interieur van het museum zijn opgebouwd uit duurzame materialen en ook de gebruikte installaties zijn duurzaam. Zo realiseert installatiecombinatie ULC-Kuijpers de nieuwste vormen van duurzame ventilatie en krijgt het complex een eigen warmtekoude-opslag. Ook worden er op het dak worden 240 zonnepanelen geplaatst. De heropening van het museum staat gepland voor medio 2019. 

Klik hier voor meer informatie over dit project.

Fotografie: J.P. van Eesteren